In het collegewerkprogramma hebben wij als aandachtspunt de Schuld(quote) benoemd.
Voor de definitie van de schuld sluiten wij aan bij de wettelijk gehanteerde definitie. Deze berekeningswijze van de Netto Schuldquote is vastgesteld als één van de financiële kengetallen voor gemeenten, waarbij zowel terug als vooruit gekeken wordt. In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing hebben wij ijkpunten voor enkele kengetalllen benoemd, waaronder ook die voor de (Gecorrigeerde) Netto Schuldquote.
De definitie van de gecorrigeerde Netto Schuldquote luidt:
(Onderhandse leningen+overige vaste schuld+kortlopende schuld+overlopende passiva -langlopende uitzettingen - kortlopende (debiteuren) vorderingen en uitzettingen – liquide middelen – overlopende activa)/ totaal van de inkomsten op de exploitatiebegroting.
Het doel gedurende deze collegeperiode is om onze netto schuldquote te houden beneden de 90%.
Jaar | Begroting | Rekening | Waarde ijkpunt | Provincie | Provincie |
---|---|---|---|---|---|
2016 | 104,73% | 101,43% | Matig | B | B |
2017 | 89,92% | 80,73% | Goed | A | A |
2018 | 91,7% | 77,34% | Goed | B | A |
2019 | 87,29%* | Goed | A | ||
2020 | 90,99% | Voldoende | B |
*Bijgestelde geprognosticeerde verwachting per september 2019.
Al vanaf 2016 zien wij een trend van verbetering van de schuldquote. Met name in 2018 is deze bij jaarrekening extra positief beïnvloed door de vrijval van de precario uit de voorziening ten gunste van het resultaat. Voor 2019 en 2020 voorzien wij voorlopig een kentering in de ontwikkelrichting van de schuldquote, hij lijkt in 2020 iets boven de 90% uit te komen, met name het hogere investeringsvolume in 2019 en 2020 dragen daaraan bij.
Emu-saldo
In de septembercirculaire 2019 heeft het kabinet de nieuwe individuele referentiewaarden voor individuele gemeenten gepresenteerd. Hieronder staat een overzicht hoe wij de ontwikkeling van ons EMU-saldo inschatten.
Referentiewaarde EMU-tekort | Begroting EMU-Saldo | Werkelijk EMU-Saldo | |
---|---|---|---|
2018 | Niet vastgesteld | + € 8.883 mln | +€ 14,241 mln |
2019 | € 22,4 mln* | + € 2,442 mln | |
2020 | € 23,1 mln* | ||
2021 | Nog niet vastgesteld |
* Vastgesteld op basis van het 0,27% van het Bruto Binnenlands Product voor alle gemeenten gezamenlijk
Ook via de EMU-saldo ontwikkeling kunt u zien of onze schulden juist afnemen of juist iets oplopen. Met name de investeringen in 2019 en 2020 zorgen voor een hoger EMU-tekort.
Hoe kunnen we meer concreet de Schuldquote verlagen en het EMU saldo positief beïnvloeden?
- Indien we de inkomsten in de exploitatie kunnen opvoeren heeft dat een positief effect. Als die inkomsten worden toegevoegd aan de reserves kan er schuld worden afgelost. Dan ontstaat een extra positief effect op de netto schuldquote;
- Wij zijn al enkele jaren onderweg om een belangrijk deel van de voorraad oneigenlijk bezit te verkopen. Met de opbrengst is en zal een deel van de schulden worden afgelost;
- Daarnaast zien we nu een wijziging van beleid naar meer situationeel grondbeleid. Mogelijk draagt deze wijziging dan minder of niet bij aan het verlagen van de Schuldquote. Voor de huidige projecten binnen het Grondbedrijf zal de actieve rol (nog) blijven bestaan.
Al deze mogelijkheden hebben (politiek bestuurlijke) consequenties, die verder gaan dan alleen een verlaging van de Netto Schuldquote.
Overigens is de verwachting dat de netto schuldquote in de komende jaren verder zal verbeteren, daarbij zijn de volgende opmerkingen te maken:
- Toename Algemene Reserve, wij “sparen” vanuit de begroting om de Algemene Reserve de komende jaren verder te verhogen. In de praktijk betekent dit dat als er meer geld binnen komt dan eruit gaat, er direct een deel van de (korte)schuld wordt afgelost;
- Diverse investeringen waaronder die in Activa met maatschappelijk nut e.d. waardoor de schuld weer wat iets kan toenemen.