De jaarschijven van onze meerjarenbegroting(en) zijn altijd sluitend. De laatste jaarschijf van de MPB is structureel sluitend.
PRESTATIE
3.3.1 Alle jaarschijven van de MPB 2020-2023 zijn sluitend. |
De jaarschijven van de MPB kennen geen tekorten, die door de algemene reserve aangevuld moeten worden. Deze prestatie staat in de MPB 2020-2023 onder druk vanwege de tekorten op het zorgdomein en de ombuigingsmaatregelen die nodig zijn om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. Zoals toegelicht in Hoofdstuk 1.2 Financiële Beschouwingen richten wij ons voor het reëel sluitend maken van deze MPB nadrukkelijk op 2020. Wij kiezen er voor de uitwerking van de in gang gezette maatregelen in het zorgdomein af te wachten en grondig te analyseren en bij de Voorjaarsnota 2020 met bijsturingsmaatregelen te komen. |
3.3.2 De jaarschijf 2023 is structureel sluitend. |
De laatste jaarschijf van de meerjarenbegroting is reëel sluitend, dat wil zeggen dat structurele uitgaven niet met een bijdrage uit een reserve worden gedekt. Voor de provinciaal toezichthouder is dit een belangrijke voorwaarde om als gemeente onder het regime van repressief toezicht te kunnen blijven vallen. Met de aanvullende maatregelen zijn de jaarschijven 2020 en 2021 reëel sluitend. Gelet op de onzekerheden over de oplopende tekorten hebben we voor de jaren daarna een stelpost opgenomen (€ 19 mln in 2023). Bij de Voorjaarsnota 2020 is er meer inzicht in de uitwerking van de vele maatregelen en zullen wij met met aanvullende voorstellen komen.
|
3.3.3 De OZB wordt alleen voor inflatie verhoogd. |
Voor de OZB hanteren wij als inflatiecorrectie de prijs Nationale bestedingen (pNb), zoals die door het CPB wordt gepubliceerd. In de MPB 2020-2023 hebben wij de pNB gehanteerd zoals die in de meicirculaire 2019 is opgenomen. Vanwege de begrotingstekorten als gevolg van de verwachte overschrijdingen op het zorgdomein, wordt deze prestatie in de MPB 2020-2023 niet gerealiseerd. Eén van de ombuigingsmaatregelen betreft een boveninflatoire stijging van de OZB opbrengst, woor woningen stijgt de OZB aanslag met 7,2% en voor niet-woningen met 4%.
|
NIEUWE ONTWIKKELING
Compensatiebudget afstoten maatschappelijk vastgoed (aanvullende ombuiging) |
In de MPB is structureel € 400.000 beschikbaar voor de compensatieregeling maatschappelijk vastgoed. Wij hebben met u afgesproken dat in 2019 een evaluatie zal plaatsvinden in hoeverre de inzet van dit geld effectief is. Vooruitlopend op die evaluatie vinden wij het verantwoord om de helft van het budget vrij te laten vallen. Wij stellen u voor om in te stemmen met derze ombuiging. |
Benodigd budget Het betreft een besparing van € 200.000 vanaf 2020. |
Extra verhoging OZB (aanvullende ombuiging MPB) |
In de Voorjaarsnota zijn we uitgegaan van een verhoging van de OZB aanslag in 2020 voor woningen en niet-woningen met inflatie. Vanwege de grote financiële opgave zien we ons genoodzaakt om de OZB aanslagen extra te verhogen. Voor woningen betreft het een extra verhoging met 5,7% (boven inflatie van 1,5%) en voor niet-woningen stijgt de aanslag met 2,5% (boven inflatie van 1,5%). In de jaren daarna gaan we weer uit van verhoging met inflatie. |
Benodigd budget De extra opbrengst bedraagt € 2,2 miljoen in 2020 oplopend tot € 2,4 miljoen in 2023. |
Geen inflatiecorrectie voor materiële uitgaven (ombuiging Voorjaarsnota) |
Overeenkomstig de Voorjaarsnota 2019 kiezen wij er voor om voor 2020 geen materiële index aan de budgetten toe te kennen. Op basis van de CPB prognoses zou hiervoor 1,5% gerekend mogen worden. Deze ombuiging betreft zowel interne als externe budgetten, behalve de zorgbudgetten op programma 5 (jeugd) en programma 7 (wmo) en de budgetten die betrekking hebben op de kostendekkende tarieven, zoals afvalstoffenheffing en rioolrechten. |
Benodigd budget Dit levert vanaf 2020 een besparing op van € 650.000, die wij in de begroting bestaand beleid (BBB) hebben verwerkt. |
Incidentele verkooptaakstelling vastgoed (ombuiging Voorjaarsnota) |
Overeenkomstig de Voorjaarsnota 2019 is het voor 2020 tot en met 2022 mogelijk om een extra verkooptaakstelling te realiseren. In 2020 gebeurt dat door verkoop van het voormalige Sportfondsenbad. Voor 2021 en 2022 is nog geen concrete invulling aan te geven, maar ook in die jaren achten wij een hogere verkoopopbrengst haalbaar. |
Benodigd budget Het gaat in 2020 om een bedrag van € 1,5 miljoen en voor 2021 en 2022 om € 100.000. Voor 2023 nemen wij een pm. op. |
Schrappen stelpost verhogen BTW naar 9% (aanvullende ombuiging) |
In de MPB 2019-2022 is een stelpost opgenomen van € 83.000 voor de verhoging van het lage btw tarief van 6% naar 9% ingaande 2019. Deze btw kan grotendeels gecompenseerd worden. Er is dus geen extra budget benodigd. Wij stellen voor om deze stelpost af te boeken. |
Benodigd budget Het betreft vanaf 2020 een besparing van € 83.000. |